Wielrennen en ons publiek is een groot liefdesverhaal. 13,5% van la DH-lezers gaat minstens één keer per jaar naar een professionele wielerwedstrijd. En de lezers van al onze dagbladtitels (DH, La Libre, L’Avenir) zijn zeer selectief, met een score van 133.
Een blik op hoe de DH redactie verslag uitbrengt van de grote wedstrijden.
Eric de Falleur is sinds 1983 sportjournalist en brengt verslag uit van de grote wielerwedstrijden. “De meest intense periode is van eind februari tot eind april, met de klassiekers zoals Gent-Wevelgem, de Ronde van Vlaanderen, de Amstel Gold Race, Parijs-Roubaix, de Flèche wallonne… In twee maanden leg ik 7.500 km af om al deze wielerwedstrijden te volgen,” legt deze ervaren journalist uit.
Sportieve dagen
Hoe verloopt een wedstrijddag voor de sportredacteur? Hier is een voorbeeld met de wedstrijd Luik-Bastenaken-Luik, de Belgische klassieker die onze landgenoot Remco Evenepoel zag winnen.
“Rond 9 uur ’s ochtends kom ik aan bij de start om interviews af te nemen voor de wedstrijd. Het is een kans om te kunnen praten met de renners, team managers, maar ook de team bazen. Dan ga ik naar de start. Daarna haasten we ons meestal naar de finish en de perszaal, die vaak vlakbij is. De organisatoren zorgen vaak voor een alternatieve route voor de journalisten. Tijdens Luik-Bastenaken-Luik was dit niet het geval dus ging ik meteen naar de perskamer. Daarna volgden we de wedstrijd op tv om te zien wat er gebeurde: crashes, aanvallen…”.
Voor de ‘boucle wallonne’ werden niet minder dan 4 journalisten uitgezonden. “We passen ons aan de context aan. Dit was de laatste deelname van Philippe Gilbert, afkomstig van de regio. Een journalist was dus aanwezig in zijn dorp en op de beroemde Côte de la Redoute. We konden niet anders dan het verhaal van dit emotionele moment weer te geven !”.
Rennen naar de eindstreep
Dan rent de journalist naar de eindstreep… en voor hem betekent het nu ook sporten. “Het moet allemaal snel gaan. Je moet de fietsers te pakken krijgen net na de finish. Wat niet makkelijk is : de renners komen aan met zo’n 50 km/u. Dat betekent dat je als journalist moet rennen! Voor Luik-Bastenaken-Luik, geen probleem. Remco Evenepoel had een ruime voorsprong op de tweede en derde wielrenner.
Op dat moment verdelen de verschillende journalisten van de sportredactie de onderwerpen : interviews met familieleden, met teammanagers, enz. “We gaan terug naar de perszaal om onze artikels te schrijven, ze online te zetten, ze te versturen voor de publicatie in de krant, de sport newsletters (één voor bijna elke discipline!), de verschillende Facebookpagina’s, enz. Ik verliet de wedstrijd rond 21.15 uur, nadat ik rond 8.00 uur thuis vertrokken was,” voegt Eric de Falleur eraan toe. Sportjournalist zijn is hard werken !